De plotselinge zoemtoon van zijn wekker markeerde de onverbiddelijke grens tussen de nacht en de komende dag. Het doordringende geluid wekte zijn irritatie op. Ze was zo tegengesteld aan de rust die hij wenste. Het bracht direct de maalstroom aan gedachten die hem gisteravond teisterden weer op gang. Ja hij was gewekt. Maar zeker niet opgewekt..!
Nee, opgewekt is wat anders! Het is de overgang van zwaarheid naar lichtheid. Van zwaarmoedigheid naar vrolijkheid. De glimlach. Soms te midden van de weerbarstigheid. Opgewektheid tegenover lusteloosheid en somberheid. Opgewekt middels.. een zinnetje in een gesprek, een opmerking uit een boek of een flard van een podcast. Iets dat bemoedigt, troost, verzacht.
In de achterliggende dagen viel het me op hoe er in verschillende Bijbelteksten, wanneer het gaat over de opstanding op de paasmorgen, afwisselend gesproken wordt over ‘opstanding’ of ‘opwekking’. De actieve versus de passieve vorm. Het viel me op dat beiden ook in de grondtaal voorkomen. Het is niet óf maar én. Beide. Dat betreft de GodMens Jezus Christus. Ons geldt de volgorde. Het is ‘opgewekt’ worden, maar dan ook ‘opstaan’. Dat geldt lichamelijk, psychisch en geestelijk. Niet door eigen kracht. Maar ‘als uit kracht die God verleent’. 1 Petrus 4:11. Kracht uit Hem, die zich met recht dé ‘Opstanding’ noemt. En hét ‘Leven’! Johannes 11:25.
In zittende, onderuitgezakte of liggende houding hebben passiviteit en lusteloosheid soms voelbaar de overhand. Wanneer je – geactiveerd door de ene of andere impuls – gaat staan ervaar je hoeveel krachtiger en actiever je je voelt. Niet voor niets moedigt Paulus aan: waak, stá (!) in het geloof! 1 Korinthe 16:13. Het moedigt aan op te staan. Het wekt op om in Zijn kracht te staan, te leven en te werken. Verantwoordelijkheid te nemen. Datgene wat je bedrukt en sombert op te pakken. De last waaronder je gebukt gaat te delen met een ander. Het contact erover aan te gaan. Niet langer ontmoedigd door het negatieve, maar aangedreven door verlangen naar opgewektheid. Je bewust dat Hij zichzelf geofferd heeft om een volk voort te brengen, ijverig in goede werken. Titus 2:14